DIT IS HOE DE MAGIE WERKT #1
Gooi twee eieren in een kom – liefst een grote van metaal, geen plastic. Griesmeel erbij en even kloppen met een garde. Dan suiker, karnemelk en olie. Weer kloppen. Kokossnippers en vanillesuiker toevoegen en flink mixen. Giet het mengsel in een ingevette bakvorm. Ik gebruik een oudroze die van mijn overgrootoma was, met kersjes erop. Heel cute. Zij bakte appeltaarten als de appels in de tuin rijp waren. Verkocht ze in de buurt. Gewoon via mond-tot-mondreclame. Zij wist altijd wat ze moest doen. Ik niet.
Zes bestellingen vandaag. In mijn caravankeuken is ruimte voor weinig. Bij de kringloop heb ik extra bakschalen gekocht. Ze staan op de grond en op de veranda. Ik ga geen nieuw account aanmaken. Kan waarschijnlijk ook niet, ben geblokkeerd. Tienduizend volgers kwijt. Who cares? Met zes basbousa-cakes verdien ik bijna honderd euro. De bestellingen komen via mijn eigen webshop. Ik hoef geen sponsors, geen volgers, geen aandacht. Had mijn overgrootoma ook niet. Die kreeg acht kinderen. Verliet het dorp nooit. Ik ben in vijftien landen geweest. Op mijn eenentwintigste.
Griesmeel wordt gemaakt van de grove stukjes tarwe die overblijven na het malen. Mijn overgrootoma kookte er klonterige pap van. Mijn moeder moest dat eten wanneer ze daar logeerde als kind. Volgens mij is dat super-Nederlands. Voor mij heeft ze het één keer gemaakt, bij wijze van nostalgie. Ik vond het niks. Mijn moeder is veertig. Ik ben haar enige kind, een ongelukje. Mijn vader, een Egyptische uitwisselingsstudent, wilde geen relatie. Zij wel. Zij wilde hem.
Bak de cake voor 35 minuten in de oven. Vergeet niet een klokje te zetten. Ik probeer mezelf te vertellen dat mijn reis naar Egypte gewoon toeval was. Ik heb geen idee wie mijn vader is. Ik heb geen band met het land. Het kwam zo uit. De caravan waarin ik min of meer permanent woon, moest gerenoveerd worden. Er waren lekkages, de vloer zakte door, schilderwerk. Je zou zeggen: koop een nieuwe, maar de eigenaar wilde per se de oude opknappen omdat het een retromodel is.
‘Het duurt een maandje of zo,’ zei ze. ‘Je reist toch zo graag.’
‘Ja, in de winter als het huisjespark gesloten is,’ zei ik. Dat wist ze best. Hartje zomer bleef ik altijd thuis.
Ik vertrok pas op de ochtend dat de timmerlieden op de veranda stonden. Ging naar het vliegveld en boekte de eerste voordelige vlucht waar plek was: Caïro. Ik wilde eigenlijk een treinreis maken, maar een enkeltje Granada hoogseizoen is zes keer duurder dan een retour Egypte. En zes keer langer reizen. Wat op zich prima is voor mijn vlog. Mijn – toen nog – drieduizend volgers zijn dol op roadtrips.
‘Je weet dat er een hittegolf gaande is?’ vroeg de vriendelijke persoon achter de ticketbalie.
Op dag 1 zat ik in het hostel met een groepje reizigers. Gewoon om even te acclimatiseren. Het was een woonkamer in de kelder zonder ramen. Uitgezakte banken. Geen airco, maar redelijk koel. Mijn overgrootoma zat ook altijd in haar kelder tijdens hittegolven, tussen de aardappelen en weckpotjes jam. Een jongen uit Helsinki had een sixpack Stella mee en deelde blikjes lauw bier uit.
Het was het geijkte. Waar kom je vandaan, hoelang ben je hier, wie heeft de meest unieke ervaring gehad – waar we vervolgens jaloers op worden. Een Ierse jongen van een jaar of dertig vroeg aan een Zuid-Koreaanse of de mannen in haar land lipstick droegen. Hij sprak op een toon alsof hij de grootste grap ooit maakte.
‘Sommigen,’ zei ze schuchter. Ze lachte niet. Natuurlijk lachte ze niet. Hij had haar in het begin van de ontmoeting al uitgemaakt voor de Serieuze Reiziger. Ik was de Grote Nederlandse (ik lijk op mijn moeder los van de bruine ogen). De Helsinki-guy de Alcoholist. Er was ook nog een Spaans meisje, dat hij Baby noemde.
Laat die mannen lekker lipstick dragen. De Ier droeg nota bene een David Bowie-shirt.
‘What’s wrong with lipstick for men?’ vroeg ik toen het meisje stilviel. Ik kwam rechtop zitten. ‘Als je maar niet gaat zeggen dat je van die masculiene influencers houdt.’ Mijn moeder vertelt over de puberjongens in haar klas die ermee dwepen. Stuur ze naar een onbewoond eiland, Expeditie Robinson zonder de camera’s en zonder eten. Kijken hoever ze komen zonder gepamperd te worden door hun ouders.
De Ier lachte knikkend. ‘Grote Nederlandse vrouw. Feminist. Ik snap het.’
Ik zweeg. Maakte er later op mijn bunkbed (met gordijntjes dicht) een post van. Die gasten trappen een ander omlaag om zichzelf machtig te voelen. Hoe heet hij ook alweer, uit de middeleeuwen, schreef al over macht, hoe je als vorst te werk moet gaan. Il Principe, dat is het. Machiavelli. Wees bruut.
DIT IS HOE DE MAGIE WERKT #2
Haal de cake uit de oven en laat hem afkoelen. Maak siroop met water, suiker en drie citroenschijfjes. Even laten trekken. Giet de siroop over de cake. Garneer met kokossnippers. Inpakken en op de post doen. Mensen komen terug naar mijn webshop. Denken dat ik een Egyptische ben die in Nederland woont. Ik heb mijn profielfoto van Thispersondoesnotexist. Een vrouw van een jaar of veertig met donkere wenkbrauwen. Ik moest het gegenereerde beeld een beetje bewerken, het linkeroorknopje zweefde boven haar oorlel. ‘Basbousa: Speciaal recept van mijn oma,’ heb ik erbij gezet.
De tweede dag vertrok ik vroeg om niet met het groepje reizigers mee te hoeven. Naar het Egyptisch museum in Caïro – omdat er airco was. Ik doolde langs de oude beelden, de graftombes, de hiërogliefen. De dag erna bezocht ik de piramide van Gizeh, die verbazend dicht bij de stad was. Ik kon er niet in, de kaartjes waren op. Een Amerikaans stel dat ik sprak in de rij voor een ijskraampje vertelde – luid, zoals de cliché-Amerikaan – dat ze erin waren geweest. ‘You wouldn’t believe how low that ceiling was!’ Ze dacht dat het in zou storten. Ik zei dat het er al tweeduizend jaar stond.
Later zocht ik filmpjes op. Je had eerst een schacht waar je doorheen moest en dan kwam je in een grotere kamer, die van de koning. De koningin had natuurlijk een kleinere. Die was in een zijgang. Ik photoshopte mezelf in die tunnel en postte het. ‘Claustrophobia!’ zette ik erbij. Mijn doel was binnen een maand naar de vijfduizend volgers te gaan, dan werd je interessanter voor sponsors. Ik had er nu één: een startend bedrijf voor waterflessen.
‘Koop een vijfliterfles in de winkel en vul je eigen flesje keer op keer. Het water blijft urenlang koel!’ riep ik enthousiast terwijl ik bij de sfinx stond. Een kameel sjokte voorbij. ‘Wil jij ook?’ vroeg ik terwijl ik het flesje voor zijn bek hield. Hij liep door.
Een minuut of tien later liet ik me ompraten om een ritje te maken. Sorry kameel.
In het hostel vertelde die Ier dat hij een foodvlogger had gezien die tijdens zijn reis naar Egypte een kameel had gekocht op de kamelenmarkt (Would you believe such a thing exists?) en het beest mee de woestijn in nam en het bij een soort van oase ging slachten en opeten. Wees bruut.
De oude kamelendrijver hield zijn hand te lang rond mijn middel toen hij me hielp opstappen. ‘You married?’ vroeg hij.
‘Divorced,’ zei ik. Wat niet helemaal gelogen was: mijn ex en ik hadden een ceremonie gedaan in Vegas. Zij in een sari, ik in een kimono. Het was hilarisch. Toen dan. Nu niet meer. Ik heb de foto van mijn telefoon gegooid.
De man lachte.
‘You find new man,’ zei hij. ‘Nice men here.’
Om de hoek bij mijn hostel was een markt – een gewone, met eten en kleding. Ik kocht een witte sjaal om rond mijn hoofd te wikkelen. Mijn telefoon wilde niet meer opladen en ik zocht een nieuwe kabel. Achter een kraam met stapels verse kruiden was een elektronicazaakje. De marktvrouw pakte mijn arm vast voordat ik binnen kon gaan. Met haar vrije hand begon ze een bakje vol te scheppen met kurkuma. ‘Special offer today,’ zei ze. Ik antwoordde dat ik niet van koken hield. ‘Bake? You like baking?’ Ze greep een nieuw bakje en vulde het met grof meel. ‘Asamil,’ zei ze. En terwijl ze mijn arm nog steeds vasthield legde ze me uit hoe je er cake mee moest bakken. Ik luisterde half.
‘Basbousa,’ zei ze. ‘You wait.’ Ze liet mijn arm los en haalde iets bij het buurkraampje. Een vierkant stuk cake. Ik liet het maar gebeuren, wist dat het geld zou kosten. Ik proefde en was verkocht. Vroeg haar het recept te herhalen en noteerde het in mijn telefoon. Betaalde haar en glipte het elektronicazaakje in.
Die twee momenten veranderden mijn leven. Het stomme is dat je altijd pas achteraf weet dat het toen gebeurde. Er hangt geen labeltje aan de tijd.
De winkel was tjokvol elektronica. Snoeren, telefoons, laptops, zelfs lasersnijders en 3D-printers die met allerlei materialen konden printen.
‘Even with sandstone if you like!’ stond op een poster waarbij een vrouw met een brede rij tanden lachte. Ze had een piramide in haar hand.
Ze moesten zoeken naar een kabeltje dat op mijn oude telefoon paste. Ik kocht het en vertrok. Nam de nachttrein naar Luxor. Het was een trein met airco. Wonder boven wonder sliep ik als een blok. Ik deelde de coupé met een gezin met een kind. Rustige Duitse mensen.
Op het station sprak een Egyptisch-ogende man me aan met een Engels accent, als je je ogen sloot had het zo Harry Styles kunnen zijn. Als je je ogen opende was het meer, hoe heet-ie ook alweer van een Wes Anderson-film, met zo’n zwarte snor. Mijn ex zou het wel weten.
‘Vandaag is je geluksdag,’ zei hij. ‘Ik neem je mee naar de tempels voor een extra voordelig tarief.’
Dat zeiden ze natuurlijk allemaal. Toch bleef ik bij deze man hangen, misschien wel door zijn accent. Schatte ik hem betrouwbaarder in dan een Egyptenaar met gebrekkig Engels? Ik schaam me. De racistische Nederlander. Hoe meer iemand van je verschilt hoe meer je diegene ziet als ‘de ander’. In de filosofie gaat het daar vaak over. Niet dat ik er veel van weet, na het eerste jaar ben ik gestopt. Ik kon niet tegen al die mannen. Voordat je bij hedendaagse filosofen zoals Nussbaum uitkomt, moet je je door Aristoteles, Augustinus en Schopenhauer worstelen.
‘I shall ask my niece to join us, you will love her,’ zei de man – Sharif.
Ik geloofde het maar half. We spraken af voor de volgende ochtend negen uur bij het Tourist Information Center tegenover het station. Een gebouw met bruine nep-pilaren.
Het was bijna niet te doen met de hitte. Ik kocht een uv-werende parasol bij een kraampje op straat en smeerde me in met een dikke laag zonnebrand. Maakte snel nog even een foto van de waterflessen in mijn rugzak.
Om kwart over negen kwam hij aangesjokt. Een meisje van een jaar of zestien liep voor hem uit, vol in de make-up. Echt helemaal zoals het hoort, met zes lagen foundation, zwarte wimpers en van dat perfect gekamde haar in een middenscheiding. De Kim Kardashian-look, die al eeuwen populair is. Ik doe geen make-up. Het kost tijd en geld. Ik ben lui. Mijn ex wel, die kon echt van die video’s kijken en naar de winkel rennen voor de beste lipstick. Deze is super moisturizing, Mier (ik heet Myra). Zij Lira, daar maakten we grapjes over. Mier en Lier. ‘Ik moet verder in mijn ontwikkeling,’ zei ze een paar weken voor mijn Egypte-reis. Dat betekende dus zonder mij.
We bezochten de tempels in Luxor. Sharif vertelde over Hatsjepsoet, de vrouwelijke farao. Ze werd soms afgebeeld met een baard, half man half vrouw. Ze regeerde ruim twintig jaar. De god Amon had haar uitverkoren, zei ze, en ze liet overal afbeeldingen maken van het moment van de openbaring. Als je iets vaak ziet, ga je het geloven. Na haar dood liet de nieuwe farao alle beelden vernietigen. Waarom? Omdat een vrouw geen farao mocht zijn? Hij kon haar niet volledig uitwissen.
‘You know what,’ fluisterde Sharif zodat de busladingen Chinezen en Amerikanen het niet zouden horen. ‘Mensen zeggen dat er op twee uur afstand van hier, in de woestijn, een geheime tempel is die niemand ooit ontdekt heeft.’
Tuurlijk.
Als ik de voorraad betaalde en wat loon dan zouden hij en zijn nichtje Jihane me vergezellen. Ik deed het, verklaar me maar voor gek. Mijn moeder stortte extra geld. De volgende dag vertrokken we voor zonsopgang, met een ezel. Een kameel was te duur. We liepen vijf uur, net voor de ergste hitte stopten we en zetten onze witte tent op. Sharif kookte fantastische linzencurry op een gaspitje. Jihane had een draagbaar wifi-ding mee waardoor we zelfs in de woestijn onze socials konden doen. Ik postte zowat ieder uur een foto. Nearly dying here in the dessert. We maakten selfies en ik kreeg er een stuk of dertig volgers bij. Iemand corrigeerde me dat ‘dessert’ een toetje is. Ik paste het aan naar desert.
De tweede dag kwamen we na een paar uur bij wat rotsen. Het deed me denken aan de film Dune, met de gigantische zandworm die uit het zand opdoemt. Op de rotsen ben je veilig.
We pauzeerden, dronken thee. En daar, ja echt, daar vonden we de geheime grot. Het kwam door de mieren. Hun lijf was zilverkleurig met donkerbruine strepen en hun poten waren langer dan die van de mieren thuis. Ze verdwenen in een gat in de rotsen. Ik zag het toen ik bijna van mijn stokje ging van de hitte en naar de grond tuurde. Sharif had een buiscamera mee met een lampje. Een endoscoop noemde hij het. We lieten het ding zakken en toen zagen we het. Op zijn telefoonscherm. Twee beeldjes van Hatsjepsoet met baard. We probeerden het gat groter te maken met een vijl, wat niet werkte.
‘In Minecraft zou je zo met je pikhouweel een gat slaan,’ postte ik.
We zetten ieder uur een nieuwe foto online zodat mensen het gevoel hadden dat ze onze ontdekking live volgden. Jihane kreeg weinig respons. Ik heel veel. De volgende ochtend was mijn kanaal ontploft. Mijn volgers waren verdrievoudigd en het stikte van de DM’s. De ontdekking van de eeuw. Breaking news.
Ik monteerde met Jihane een CNN-achtige reportage en postte die. Daarna gingen we terug. Ons eten was bijna op en onze telefoons leeg. Niemand herkende ons op straat. Ik vloog vanaf daar naar huis.
Nog voordat ik in Nederland kwam was ik ontmaskerd. Natuurlijk was het niet echt. Ik was niet eens Caïro uit geweest. Ik had wat 3D-geprinte beeldjes gekocht bij de elektronicazaak en ze in de hostelkelder gezet. Gefilmd in brak licht, samen met het Spaanse meisje. Mijn account werd geblokkeerd. Voor inspectie, stond er. Ik weet niet waarom. Legio influencers maken onzinfilmpjes en daar lacht iedereen om.
‘Ik geloofde dat je authentiek was,’ was de laatste opmerking die ik las.
DIT IS HOE DE MAGIE WERKT #3
Unboxing-video, ik hoop nog altijd dat iemand die gaat posten van mijn basbousa. En dan de cake snijdt en watertandend een hap neemt. Gilt dat dit het beste is dat ze (ik denk aan een ze maar het kan ook een ander gender zijn) ooit heeft gegeten. Dat ze in alle rust kan sterven nu ze dit geproefd heeft. Met dank aan de marktvrouw.
Terwijl cake nummer vijf in de oven staat, maak ik een nieuw account aan, met een link naar mijn webshop. Wat kan je anders doen? Ik wil mensen verbinden. Dan moet je gewoon aanwezig zijn. Ik plaats een video van het bakken, snelle shots, dertig seconden in totaal. Muziekje erbij van Bowie. We could be heroes. De eerste like komt al binnen een minuut. Ik stop cake nummer twee in een doos en maak zelf een unboxing-video. ‘Deze kreeg ik van een wild enthousiaste koper!’ schrijf ik erbij.
Het griesmeel is een overblijfsel van het maken van gewoon meel. Ik ben een overblijfsel van de relatie die mijn moeder graag wilde. Ik klop met een garde, giet langzaam de zonnebloemolie erbij. Misschien is dat wat rest beter dan het origineel. Ben ik meer mezelf zonder Lira. Moet je af en toe de werkelijkheid sturen, zoals Hatsjepsoet met de afbeeldingen van de openbaring.
De basiscake is vrij droog. Door het suikerwater wordt het spongy. Het trekt in iedere kruimel. Je verbindt de elementen. Dat is hoe de magie werkt. Samensmelten. Improviseren. Niemand heeft de antwoorden.