Een laatste keer Triëst (geen laatste sigaret!). Over café San Marco schrijft stamgast Claudio Magris dat het een ‘randverschijnsel van de Geschiedenis is, gekenmerkt door de vasthoudende trouw en het liberale pluralisme van de geregelde bezoekers.’ En – nota bene – dit is ook het fundament van de Vrijstaat Hollands Maandblad: ‘Gelegenheden waar zich niet meer dan één stam ophoudt zijn pseudo-cafés, het doet er weinig toe of het gaat om nette dames, veelbelovende jongeren, alternatieve groepen of welingelichte intellectuelen. Elke vorm van inteelt is verstikkend; ook colleges, universitaire campussen, exclusieve clubs, heersende klassen, politieke bijeenkomsten en culturele symposia zijn een ontkenning van het leven, dat een zeehaven is.’ Erbuiten slepen Valse Messiassen ‘volgelingen verblind door luchtspiegelingen van redding mee over wegen die ze niet kunnen gaan en daarmee leiden ze hen naar de ondergang’. In de Vrijstaat, eveneens een ‘hospitium voor noodlijdende harten’, ben je een nobody, maar je bent op weg; je weet dat je je niet in het Beloofde Land bevindt, maar je blijft ‘hardnekkig de weg volgen die erheen leidt, door de woestenij’.
Geen syntheses, het fragmentarische… ‘Maak zo veel compromissen als je wilt, maar in godsnaam geen enkele synthese!’ roepen we uit samen met Guido Voghera. Onze bladzijden bevatten net als het leven herhalingen, van hartstochten, van handelingen en bijgelovige angsten, maar geen conclusies, ‘uit eerbied voor de werkelijkheid, die onvoltooid en onzeker blijft, ook voor de pen waarmee men haar helemaal zou willen vertellen en die stukbreekt bij het zich wijden aan deze heroïsch-komische taak’.
Op de eerste hete middag op het Piazza dell’Unità d’Italia kwam een jongen met het syndroom van Down hand in hand met zijn vader voorbij. Ik rookte mijn laatste sigaar, een Aurora, turend naar de schaduwlijn van de mast van een monument, en vroeg me af of wij ons met de mensen dienen te verzoenen. Daarop liep een jongen in mintgroen T-shirt en bloemetjeszwembroek voorbij, biertje in de hand. Op zijn shirt: ‘Just chill.’ Aan de einder een grote driemaster.
Op weg naar het busstation – de treinen staken –, wederom een laatste sigaar, stopt een stadsbus met bestemming Via Svevo. De Flixbus naar Bergamo rijdt voortdurend achter vrachtwagens met trailers van het merk Schmitz. Overal mobieltjes… de gebrilde mens met zijn werktuigen bij wie zijn slimheid ‘toeneemt in evenredigheid met zijn zwakheid,’ besluit Svevo. Conclusie? Wij zijn enkel te vinden op papier (grotendeels). Just chill.
Mei 2024 bestaat Hollands Maandblad 65 jaar: een veldslag ‘tegen de tot fossiel geworden cultuur’. Succes? Borstklopperij; als Hongarije ons voorland is, kunnen wij beter uitgaan van waar het leven van Svevo in de opsomming van Magris mee was bezaaid: misverstanden, tegenslagen, nederlagen, mislukkingen en vernederingen. De successen komen politici toe; ze hebben het verdiend.
Deze maand: Boekenweek. Thema: familie. Was het niet Bellow die opmerkte dat als een schrijver wordt geboren het afgelopen is met de familie? Hoe dan ook gezellig – voor alle duidelijkheid: schrijver dezes zit in kamp Chabot. Intussen woeden oorlogen voort, thuis en buitengaats, tussen man en vrouw, vooral: bellum omnium contra omnes. Geen conclusie, wij herhalen: het leven is niet enkel droom (herinnering) maar ook zeehaven. Groetjes uit Rotterdam. – JvdS