Skip to Content

Een pension aan zee

Michael March

“Een pension aan zee—het bezoek is kort”

Slechts twee zaken zijn zeker—dood—en koffie.

Napoleon zei—“Oorlog is de eenvoudige kunst van uitvoering—”.

Samih al-Qasim zei— “Vanuit het raam van mijn kleine cel zie ik jouw grote cel—”.

*

“De balling kijkt om zich heen—om te zien welke weg te gaan.”

*

Voor Mahmoud Darwish—“We reizen zoals andere mensen—maar we keren terug naar nergens. Alsof reizen de weg van de wolken is.”

Voor Darwish: “Alle mooie poëzie is een daad van verzet—”.

“Nacht is een geschiedenis van verlangen—en jij bent mijn nacht.”

*

Ik zat samen met Samih al-Qasim in Akko—zomer—1984.

Die blauwe wateren droegen vele levens in zich—en vele levens zijn sindsdien voorbijgegaan—sindsdien.

*

“Wij hebben een land van woorden. Spreek spreek—zodat ik mijn weg op de steen van een steen kan leggen.

Wij hebben een land van woorden. Spreek spreek—zodat we het eind van deze reis mogen kennen.

*

Alle dichters zijn ballingen. De meester bepaalt de definitie van woorden. Als universelen lijken op politiek—vliegen bedekken onze lippen.

*

“Ken jij de doden—?

Ik ken degenen die ongeboren zijn.

Ze zullen geboren worden onder de bomen,

Ze zullen geboren worden onder de regen,

Ze zullen geboren worden uit steen,

Ze zullen geboren worden uit gebroken glas,

Ze zullen geboren worden in hoeken,

Uit nederlagen, uit spiegels,

Ze zullen geboren worden uit granaatscherven,

Uit armbanden, uit bloesems,

Uit verhalen.

Ze zullen geboren worden en ze zullen groeien,

Ze zullen geboren worden en vermoord worden,

Ze zullen geboren worden en geboren—en geboren.”

*

Er zijn vele verleidingen om te leven —om een identiteit te zoeken.

We leven bij de doden—“de doden zijn mild tegen ons—.”

*

We probeerden Darwish in Parijs te bellen—de lijn was dood.

“Hoe ver—is ver—hoeveel wegen om er te komen—?”

*

Voor de Grieken was het natuurlijk om—nergens te zijn. Tenminste voor

filosofen en dichters—die “buiten bedrijf” waren—.

Voor Augustinus—“we zijn hier—om opnieuw te beginnen.”

Voor Darwish—“Ik ben hier. Alles meer dan dat—zijn geruchten en laster.”

*

“Waar ben ik?” ‘Je bent in Ramallah.’ “Wanneer ben ik hier gekomen?”

‘Vandaag.’ “Waarom herinner ik het me niet? Denk je dat ik ziek ben—?”

‘Het is niet de ziekte waar je aan denkt—het is het verlangen te vergeten—!’

*

Darwish—elegant—vreedzaam—bewust van dorst—

nastrever van een ongewapende waarheid—waar de private stem

overeenkomt met de publieke. Slachtoffer van een kaart—waar de

rivier sterft van dorst.

*

“Mijn hart verandert in een steeg—mijn ribben in stenen.

En anjers groeiden—en anjers groeiden.”

*

“Welk nut heeft poëzie—welk nut zal het hebben als de oorlog eindigt—?”

*

“Stop dit in je dossier—ik ben een Arabier—we houden van het leven—

wanneer we kunnen.”


Vertaling uit het Engels: Ferdy Karto