als ik je bel zoek je drie
blauwe konijnen ze ontsnapten
uit de voorkamer
geestdriftig beschrijf je de route die
ze genomen hebben
onwetend van je eigen doolhof
dat nauwer wordt terwijl we spreken
ik loop aan je oor mee de tuin in
het schuurtje
we kijken achter de werkkast en in de doos
van de nieuwe afkortzaag
daarna vergeten we de konijnen
gaat het over of ik voldoende
schroevendraaiers
het dak van mijn kippenhok wel
stevig
de wind in onze wilgen
we verbinden veerkrachtig
gisteren aan vandaag