Het donker beschermde ook. ’s Ochtends vroeg glipte je het huis uit om door de Dorpsstraat te lopen, naar de bakker waar altijd twee deuren openstaan: een om binnen te gaan, een om weer te vertrekken. Een geurige inham van de straat. Met twee broden in je rugzak kwam je naar buiten. Je haakte je mondmasker los toen de landrover je tegemoet gleed en op de stoep tot stilstand kwam.
Nu is het lente. Vandaag het videogesprek met een nieuwe klant, die nog niet weet dat jouw soort aan één regel genoeg heeft om zich in maandenlang werk te hullen. De opstelling is belangrijk: hoogte, achtergrond. Je hangt een geel met oranje kleed aan de muur. Er zakelijk uitzien: jasje, sjaaltje. Niet in de val trappen: een gespreksgenoot met neergeslagen blik kijkt naar jou, dus niet even dat chiazaadje tussen je tanden vandaan peuteren. Een gespreksgenoot die jou aankijkt, bestudeert in werkelijkheid alleen de eigen uitgroei of baardgroei.
Kwart voor elf en je laptop staat klaar aan de andere kant van het bureau. Op het scherm de aankondiging van het gesprek dat om elf uur zal beginnen. Er komt altijd eerst een spiegelbeeld, voor de allerlaatste controle. Dan druk je op de knop en wacht tot het scherm zich opent en jou opslokt.
Tien voor elf en je telefoon begint te trillen, een onbekend nummer. Niet weer die Energievergelijker. Je zet de trilstand uit en legt hem plat op het bureau. Nog altijd wachtscherm. Vijf voor elf. Op je pc pingen berichten. Wat, nu ook al per e-mail? Je loopt om het bureau heen en draait het volume uit. Je keert terug naar je plaats. Schraapt je keel. Slikt. Drie voor elf. Zelfs met z’n gezicht omlaag ziet je telefoon kans aan de randen op te lichten: aan, uit, aan, uit.
Wie is momenteel uw energieleverancier?
Je trekt het sjaaltje van je hals en gooit het over het apparaat.
Elf uur. Er gebeurt niets.
Je logt uit en weer in met de code die je hebt gekregen. Controleert de code. Weer wachtscherm: Your meeting is scheduled at 11 p.m. Elf uur, dat is toch nu?
11 P.M.… Post meridiem. Je lacht. Dit mag met recht een ont-moeting heten: tot vanavond hoeft er niets!
Je loopt naar buiten, de Dorpsstraat in. Daar kwam op die winterochtend de landrover aangereden. Vlak bij je stopt hij. Je hebt je mondmasker aan een kant losgewurmd, het valt als een mandarijnenschil van je gezicht. Het portier gaat open en er stapt een vrouw uit in een zijden pak, op hooggehakte schoenen. Ze trekt haar masker. In het lantaarnlicht glanzen haar oorbellen. Jouw masker daalt, haar masker stijgt, en in die beweging zien jullie elkaar. Onvergelijkbare energie.