In mooi zwart pak
God schiep mij uit verveling
uit verveling zal ik sterven nog
de engel die mij vergezelt
saait mij tot bloedens toe
de dagen dagen traag
de dingen dingen maar
Alles kunstchocolade
een stom verteren
een staalharde stoelgang
Alle filosofen raus!
Zijn und sgijt. Das
Ding ansichtkaart
De groeten! Ik gaap
Moet ik soms van koeien
het herkauwen leren?
Niet weer een lente
ik wil een vuile herfst
geen dauw op rozen
maar gassen, olie, smeer
een put om smut te lozen
bevlekte schuimmatrassen
betaald geslachtsverkeer
Snij uit de laatste wintertak
nog wat venijn, graaf nog wat
gif uit de verrotte dode akker
antidotum voor de pijn
van het nooit meer
nieuw te zijn
Ik zal dodelijk verveeld
in mooi zwart pak en blauw
als een kanarie naar mijn grafje gaan
mokkend om wat mij nooit is aangedaan
Op de steen komt dan te staan:
hoe bitter hij ook leed
hij ging immer goed gekleed
*
Bijles
Jij krijgt bijles, ventje
je hebt een klein verstand
en een mager paasrapport
we gaan nazifilms kijken
en Tolstoj bestuderen
zie het als vorming
vannacht slaap je op zolder
bij het doodzieke hobbelpaard
en het dove kindje van de buren
morgen klinkt er marsmuziek
ben je alles weer vergeten
ach, je moet nog zo veel leren
*
De Assuradeur
Ik ben een oude man
Nog even en ik val
Het is mijn pak dat
Mij nog redden zal
Het omhult mij als
Een polisblad
Gevaar gaapt ons aan
Ons leven hangt aan
Een krank touwtje
Ook u raad ik aan
U warm te kleden
Tegen kou van leven
Tegen kommer, wee
De gevaren der zee
Verlies van liefde
Diefstal van een hart
Dood van een kat
Of dood van moeder
In mij vindt u dan uw
Albehoeder, u krijgt
Uw liefde terugbetaald
Het verdriet vergoed
Alles goed geregeld
Uw dood verzegeld