Boven de urinoirs hingen schilderijtjes, gemaakt door de toiletdames. Was dit nu beter? dacht Jun, terwijl hij met een glimlach zijn ogen langs de rozige landschapjes liet gaan. Was dit nu beter dan wat hij deed, deze platte niksigheid?
Ach, dacht hij toen hij zijn gulp dichtritste en naar de wasbakken liep. De makers van de schilderijtjes waren waarschijnlijk heel trots dat hun creaties iedere dag door honderden mensen gezien werden, honderden zeikende mannen. En terwijl hij op de metropoortjes af liep, bedacht hij dat hij eigenlijk wel wat gemeen had met de schilderende schoonmaaksters. Veel van zijn werken hingen immers ook op plaatsen die stonken naar urine.
De metro bracht Jun naar Seodaemun, een van de plekken in de stad waar de trein bovengronds reed. Spoortunnels, treinbruggen, de binnen- en buitenkanten van de betonnen muren die het spoor scheidden van de straat: over de hele wereld waren deze grijze, rafelige plekken het canvas voor kunstenaars met capuchon.
Het was nog te licht toen hij uit de metro stapte. Het slechte zicht op de torens rond het centraal station onderstreepte de ernst van de smog. Voetgangers in lange, zwarte jassen droegen witte mondkapjes. In een smalle steeg zag Jun de vuurvliegjes van rokende zakenmannen.
Terwijl boven hem een ventilator honger opwekkende barbecuegeuren uitblies, bestudeerde hij de straat. De overkant van de straat was wazig; door de smog zag hij met contactlenzen altijd minder goed. Hij pakte een mondkapje uit zijn jaszak en deed het om. Of het echt zin had, wist hij nooit zeker. Als hij op een dag niet kon stoppen met hoesten, was het wel duidelijk.
AN EASY PASSAGE INTO ETERNITY
Wat het precies betekende, wist hij niet. Hoewel hij het altijd opschreef als een stelling, was het eerder een vraag, of een zoektocht zonder eind. Toen hij net begonnen was met studeren had hij liedjesschrijver willen worden, maar hij kon nooit genoeg materiaal bedenken om een lied mee te vullen. Een jaar geleden, overvallen door nostalgie, bladerde hij door zijn studieschriften en stuitte op de frase. Hij kon zich niet voorstellen dat een van zijn professoren het had gezegd. Dergelijke hoogdravende woorden klonken er niet tijdens zijn colleges bedrijfskunde.
Het waren vijf woorden en daarvoor was niet altijd plaats. Daarom zocht Jun naar grote vlakken waarop de letters zo dik mogelijk konden worden geschreven, met wilde kleuren en lange haken en staarten: