Sinds ik een abonnement heb op Hollands Maandblad – inmiddels alweer bijna tien jaar – is de leesvolgorde hetzelfde: voorkant (illustratie bekijken, namen snellen), achterkant (namen bekijken en titels snellen) en dan direct door naar Deze Maand.
Waarom? Omdat Deze Maand vaak verwoordde wat ik ook dacht, maar dan net iets eloquenter, iets zouter, iets beter onderbouwd. Omdat, eerlijk duurt het langst, maar weinig mensen in mijn omgeving Deze Maand lazen en ik zo dus even gemakkelijk als effectief gesprekken van een imposante lik verf kon voorzien met zinsneden en inzichten uit die woordrijke en messcherpe redactionelen. En omdat ik na het lezen van Deze Maand dacht: je hoeft in Nederland niet cynisch te worden over het kennispeil, wel over de manier waarop dat doorsijpelt naar de politiek, de media en het publiek.
Op den duur begreep ik echter steeds beter dat dat alles – ik bedoel dan: cynisme aanwakkeren of via andere media een groter publiek bereiken – niet de functie is van Hollands Maanblad, noch van haar redactioneel commentaar. (Evengoed beoogt Deze Maand niet de gespreksstof van een filosofie- en geschiedenisstudent in Amsterdam aan te kleden, maar het heeft zeker geholpen.) Literatuur is nooit iets anders geweest dan een intieme, kleinschalige aangelegenheid met een beperkte volgelingenschare, wat nooit haar kiss of death betekende, maar juist haar duurzaamheid garandeert. Kunt u zich een geestdodende literaire poëzie-ervaring voorstellen? Welnu, kunt u zich wel een geestdodende televisie-ervaring voorstellen? Ergens, ik weet niet precies waar, bestaat een verband tussen de zeldzaamheid van de poëzie en de intensiteit van haar ervaring; tussen de massa die de boeken van Susan Sontag omarmt en zo doodknuffelt en de voortdurende, eenzame bewondering voor het werk van Tomas Tranströmer.
Dit is wat Hollands Maandblad al die jaren voor mij is geweest. Een eiland voor de enkeling, een vrijplaats voor lezers die meer willen weten over Bonnards naakten en het vlees van de tijd, over de vader van Istvan Lemke, of de problemen van de Duitse vertaling van Het dieptelood van de herinnering. Kortom, een plek waar gedachten en gevoelens de vormen van essays, verhalen en poëzie vinden. Een plek waar je de schoonheid van de wereld op papier kunt vertalen. Soms buitengewoon letterlijk.
Daarom is het zo’n goed idee deze bladzijde vanaf dit nummer direct met schoonheid te vullen. Graag zou ik daarvoor de aftrap geven met een vertaling van een gedicht van de Amerikaanse dichter W.S. Merwin, ‘Separation’:
SEPARATION
Your absence has gone through me
Like thread through a needle.
Everything I do is stitched with its color.
SCHEIDING
Jouw afwezigheid is door me heengegaan
Als draad door een naald.
Alles wat ik doe is gestikt met haar kleur.