‘Women are obliged to wear a headscarf,’ zei ik tegen Anne. Ik wees naar een bordje dat voor in het vliegtuig hing.
‘Ja schat, morgen als we landen,’ antwoordde ze gapend, terwijl ze haar hoofd tegen mijn schouder legde. Ik besloot ook te gaan slapen, maar voelde eerst nog even aan mijn baard en in mijn kruis. Alles zat goed op zijn plaats. Vlak voordat ik in slaap viel hoorde ik nog flarden van de uitleg van de stewardess over de noodlanding. Tijdens de vlucht droomde ik over een neerstortend vliegtuig.
De politieagent had een stoppelbaard en donkere ogen met grote pupillen. Hij snauwde iets in het Farsi tegen onze taxichauffeur en maakte een ongeduldige beweging met zijn hand. De chauffeur draaide het raampje open. De agent bukte voorover en keek naar ons op de achterbank. Ik rook een mengeling van uitlaatgassen en zweet.
‘Passports, please,’ vertaalde de taxichauffeur.
Ik reikte de agent de reisdocumenten aan. Die van Anne gaf hij meteen aan haar terug. Ze pakte hem aan met neergeslagen blik. De ogen van de agent gingen een paar keer op en neer van het paspoort van mijn broer naar mijn gezicht. Ik bleef hem strak aankijken. Vervolgens deed hij een stap achteruit en wierp zijn hoofd naar links.
Ik maakte de knoop van mijn stropdas rond mijn nek wat losser. De chauffeur keek in zijn achteruitkijkspiegel en deed zijn autogordel af. ‘Married?’
‘Yes sir,’ antwoordde ik.
‘Follow him.’ Een jongen van een jaar of zestien droeg onze koffers en ging ons voor naar de lift. Voor onze kamer drukte ik hem een biljet van duizend rial in zijn handen. De deur liet ik met een bons dichtvallen. Ik pakte Anne bij haar middel vast, wierp haar op het bed en zoende haar hartstochtelijk.
‘Wacht,’ zei ze, terwijl ze mij van zich af duwde en naar de deur liep. Met twee slagen draaide ze de deur op slot en alsof ze niet kon wachten, rende zij terug maar het bed, rolde mij op mijn rug en knoopte mijn overhemd open. Voorzichtig haalde ze de veiligheidsspelden uit de strakke witte doek, die ik om mijn borsten droeg.
Niet glimlachen, wijdbeens zitten, veel over jezelf praten. Maar vooral: niet glimlachen, mannen glimlachen nooit! Ik herinnerde me de tips van de cursusleidster nog goed, maar twijfelde of ik ze hier in Iran ook kon gebruiken. De kledingadviezen wellicht wel. We hesen ons in mannenpakken en voorzagen elkaar van opplakbare snorren en baarden. Met een bezoek aan een Amsterdams café sloten we de eendaagse opleiding Dragking af. Ik bood een mooie blonde vrouw een drankje aan. Ze glimlachte en vroeg me aan het eind van de avond of ik met haar mee naar huis ging. Thuis zei Anne dat ik was geslaagd voor het mannenexamen.