Skip to Content

Yoi, waar ben je?

Maarten Asscher

Het was in de Rue Durtal, vlakbij de Boulevard Saint-Nicolas, dat Bouke op een dag een Japanse winkel ontdekte. Hij had de zaak nooit eerder gezien, hoewel hij al jarenlang met enige regelmaat in deze buurt van Parijs kwam, op weg naar of komend vanaf zijn vaste hotel in het elfde arrondissement. Het bleek een pop-up-winkel te zijn, met een merkwaardig samengesteld assortiment van Japanse fototijdschriften, designspullen, boeken, feestartikelen en kledingaccessoires. Bouke was op weg naar een afspraak en had dus niet veel tijd, maar hij kon zijn nieuwsgierigheid niet beheersen en stapte de winkel in om even te neuzen, al was het maar twee minuten.

Binnen werd vrijwel direct op een van de uitstaltafels zijn aandacht getrokken door een glanzend wit rechthoekig doosje, voorzien van vier Japanse karakters. Toen hij het oppakte, bleek op de zijkant ook een tweetalige tekst in westers schrift te staan: ‘Yoi suimin / Good Sleep.’ In het doosje zat een vreemd rond apparaat, dat blijkbaar op batterijen werkte, want er lagen er twee in plastic naast.

Op een vraag van Bouke duidde de enige aanwezige winkelmedewerkster het apparaatje in gebroken Frans aan als een in Japan zeer populair hulpmiddel, waarmee lijders aan slapeloosheid binnen enkele minuten in slaap vallen. He­laas was daarmee haar vocabulaire in niet-Japanse talen zo goed als opgebruikt, maar Bouke wist genoeg. Met zijn lange geschiedenis van onvrijwillig doorwaakte nachten was de inhoud van dit doosje duidelijk voor hem bestemd.

Die overtuiging werd alleen maar sterker toen hij de vermelding op de onderkant zag: ‘Designed by insomniacs.’ Een beetje vreemde aanbeveling was dat wel, alsof op het etiket van een jeneverfles stond: ‘Gestookt door alcoholisten’, of bij een onsje rosbief de aanbeveling luidde: ‘Geslacht door carnivoren.’ Toch boezemde deze mededeling hem op een of andere manier vertrouwen in. Kennelijk waren er ergens in Japan lotgenoten die zich met hun technische creativiteit ervoor hadden ingezet om een wondermiddel te vervaardigen waarmee hij nu misschien van een aandoening af kon komen die hem al jaren het leven zuur maakte. Even aannemend dat die ontwerpende insomniacs zichzelf intussen van hun probleem hadden verlost. Wat dat betreft, zo twijfelde Bouke nog, had er beter kunnen staan: ‘Designed by former insomniacs’. Bovendien bleek het geheimzinnige apparaat bepaald niet goedkoop.

Maar hij had haast en toen de Japanse winkelmedewerkster als aanvulling op haar zojuist gegeven uitleg een bijzonder lieftallig gebaar maakte met haar tegen elkaar gevouwen handen naast haar schuin gehouden hoofd, om aan te geven hoe heerlijk Bouke wel niet zou slapen, stond zijn besluit vast. Stel je voor, bedacht hij, dat deze Yoi Suimin zijn redding zou worden. Bouke had nog geen idee hoe het ding precies werkte, maar hij rekende af en kreeg zijn wondermiddel in een plastic tasje mee. Te laat bedacht hij dat hij ook nog even had kunnen rondkijken naar een cadeautje voor Rosa, maar daar was nu geen tijd meer voor. Bouke haastte zich de deur uit en in zijn enthousiasme noemde hij zijn aankoop in gedachten ‘Yoi’, alsof ze elkaar alvast tutoyeerden.