Deze maand gingen de gedachten onwillekeurig even naar de Leidse emeritus-hoogleraar Algemene Geschiedenis H.L. Wesseling, die in augustus overleed. Hij was sinds 1976 medewerker van Hollands Maandblad, en van talrijke andere periodieken, want hij publiceerde veel en graag. Wesseling sprong in gedachten bij lezing van een opmerking van Virginia Woolf over de neiging om het nieuwe te verkiezen boven het bestaande. ‘Wij mogen niet vergeten,’ schreef ze, ‘dat het nieuwe van nieuwe poëzie of van nieuwe fictie slechts een oppervlakkig aspect is, en dat we de maatstaven waarmee we het oude hebben beoordeeld voor het nieuwe niet hoeven aan te passen, en zeker niet hoeven te herijken.’
Woolfs woorden deden denken aan de wijze waarop H.L. Wesseling eind 2000 moest stoppen als columnist van nrc Handelsblad. Hij had voor zijn entrefilets zojuist de Busken Huet-prijs ontvangen, maar de hoofdredactie wenste ‘jongere gezichten’ en ‘nieuw bloed’. Daarnaast schreef Wesseling zijn columns vanuit geschiedkundig perspectief, iets dat plots uit de gratie raakte, gezien het feit dat niet veel later Maarten van Rossem zijn columns in de Volkskrant ook moest stoppen, omdat hij als historicus ‘teveel relativeerde’.
Uiteraard zijn de ‘jonge gezichten’ van toen allang weer verdrongen door nieuwe ‘jonge gezichten’, want inmiddels heeft de hang naar jong en nieuw zelfdestructieve trekken gekregen, zelfs bezien vanuit het gezichtspunt van een eeuwig jong en telkens weer nieuw tijdschrift. Zo zagen we de snelle opkomst en nog snellere ondergang van de jongerenkrant nrc.next, heeft de jongerenzender NPO3 als enige kijkers vijftigjarige netmanagers en is de afgelopen ‘Boekenweek voor Jongeren’ ook aan u geruisloos voorbijgegaan. Of dit nu komt door een gebrek of juist een teveel aan ‘jonge gezichten’ en ‘nieuw bloed’ is niet duidelijk, maar denkelijk speelt wel het door Woolf aangestipte fundamentele onbegrip over de beoordeling van ‘jong’ en ‘nieuw’ een rol. Zulks is ook evident in de maatregel van de minister van Onderwijs Van Engelshoven (D66) om het bindend studieadvies voor eerstejaars te versoepelen teneinde ‘de psychische druk op studenten te verminderen’. De minister meent dat veel jonge studenten ‘nog moeten wennen aan de nieuwe manier van onderwijs’ en de stap ‘moeten maken naar zelfstandigheid’, wat ‘veel van hen vraagt’.
De Werdegang van nrc.next, van de ‘jongerenzender NPO3 en van de ‘Boekenweek voor Jongeren’, alsook de paternaliserende woorden van de minister zijn leerzaam. Hier ziet men immers hoe de cultus van het jonge, in onze tijd is omgeslagen in een door ouderen opgelegde regressieve socialisatie, zeg maar pathologische infantilisering van de jeugd. Als eeuwig jong blad zouden wij ons hierdoor beledigd voelen als wij niet even hadden gedacht aan het historische aspect van het ontslag van H.L. Wesseling als columnist. Want nog deprimerender dan die gedwongen infantilisering is het gegeven dat daardoor het geschiedkundig perspectief op de werkelijkheid verdampt. Zo schreef de historicus Simon Schama enige tijd geleden: ‘Tegenwoordig acht men het een misverstand dat geschiedenis over het verleden gaat.’ Hij klonk ongerust, maar ja, hij is dan ook niet eeuwig jong en telkens nieuw, zoals dit blad. – BB