‘Het draait allemaal om je houding,’ zegt verkeersregelaar Nathan Geerards bij een wegafzetting op de Veemstraat. ‘Hoe je staat en waar je je armen houdt. Niet op je rug of voor je borst,’ legt hij uit, ‘maar open naast je lichaam. Kom maar, stel je vragen, ik ga je helpen.’
Nathan staat bij infraklussen en bouwputten en zorgt ervoor dat het verkeer zo min mogelijk hinder ondervindt. Hij is negen jaar geleden begonnen als verkeersregelaar, na een carrière als beveiliger in De Kuip. ‘Van crowd control naar traffic control.’ Het allerbelangrijkste is duidelijk zijn. Denk aan: een stopteken geven dat iedereen begrijpt. ‘Je wil niet dat een grootmoeder achter het stuur gaat twijfelen,’ zegt Nathan, ‘want dan word je overreden.’
Hij geeft cursussen aan aankomende verkeersregelaars en vertelt dan altijd over opgeschoten jongemannen in een Golf GTI. ‘Iedereen kent ze wel,’ zegt Nathan, ‘maar zij vormen niet het gevaar. Het is de oudere generatie, die lak aan regels heeft en voor wie veel te snel gaat.’
Een ander gevaar: de mobiele telefoon. ‘Mensen die aan het bellen zijn, de telefoon in hun hand of in hun nek, of ze zijn aan het appen,’ vertelt Nathan. ‘Dan kun je nog een fluorgeel- en oranje jas dragen, maar ze zien je niet of te laat.’
De verkeersregelaar heeft een politietaak, maar mag niet handhaven, mag geen mensen staande houden of beboeten. Dat is soms lastig. ‘Voetgangers en fietsers hebben vaak maling aan je,’ zegt Nathan. ‘Ze lachen je soms in je gezicht uit, zeggen “donder toch op, man” en lopen of fietsen gewoon door.’
Er is ook agressie. Nathan en zijn collega’s worden nog wel eens uitgescholden bij een wegafzetting. ‘Dat zijn niet de mooiste woorden,’ vertelt de verkeersregelaar. Ze komen uit de mond van gefrustreerde automobilisten. Recent stond Nathan bij het Kruisplein, dat opengebroken was voor onderhoud aan de tramrails en de aanleg van nieuwe fietspaden. Het zorgde voor een opstopping én kortsluiting bij een man die uit zijn auto stapte en begon te schelden en te tieren.
Nathan relativeert meteen: ‘Vergeleken met wat ik als beveiliger in De Kuip heb meegemaakt, is het gedrag van weggebruikers niet zo heftig.’
‘Ik kan er wel tegen,’ zegt de verkeersregelaar dan. ‘Ze hebben het tegen mijn jas.’
Ik kijk hem verbaasd aan.
‘Ze schreeuwen niet tegen mij,’ legt hij uit. ‘Ze schreeuwen tegen mijn jas.’
Ik kijk naar zijn fluorgeel en -oranje jas met afritsbare capuchon.
‘Alles glijdt van deze jas af,’ zegt Nathan met een glimlach. ‘Alle scheldwoorden, alle agressie, alle onvriendelijkheid.’
Een briljant concept, de jas waar alles vanaf glibbert. Ik denk aan toepassingen in andere sectoren, maar ook in de privésfeer. De ideale jas voor kerst bij je schoonfamilie, mét feestelijke reflectiestrepen.
‘Collega’s vinden het soms wel moeilijk,’ zegt Nathan. ‘We krijgen training om met agressie om te gaan, maar we blijven mensen.’
Ik vraag de mens in de jas waarom hij dit werk zo leuk vindt.
‘Ik hou ervan om buiten te zijn en het is nooit saai.’
De verkeersregelaar staat ook bij demonstraties, evenementen als de Tour de Femmes én front row bij de intocht van Sinterklaas. Nathan vertelt vol enthousiasme over de Marathon Rotterdam. Even denk ik dat hij hem zelf heeft gelopen, maar dan zegt hij trots: ‘We sluiten op die dag de hele stad af!’
Daar staat soms wel minder kleurrijk werk tegenover, een boerenlandweggetje dat wordt geasfalteerd en waar een verkeersregelaar bij moet. ‘Drie auto’s in een uur,’ zegt Nathan. ‘Of geenéén.’
Of hij het nooit koud heeft? Nathan wijst naar zijn speciale jas, die bovendien waterdicht is en een ritssluiting met stormflap heeft. ‘Ik draag twee broeken over elkaar en twee paar sokken.’
De zomers vindt hij een stuk lastiger. De klamme hitte op stranddagen als Nathan en zijn collega’s een verkeersplan draaien en automobilisten naar parkeerplaatsen moeten leiden die nog niet overvol zijn.
Soms krijgen ze grof geld geboden door mensen die bij een wegafzetting door willen rijden. ‘Het is gratis parkeren,’ antwoordt Nathan dan. ‘Maar helaas is er geen plek.’
Iedereen moet stoppen voor de verkeersregelaar. Zelfs de politie. ‘We hebben geen bevoegdheid om te handhaven, maar in het verkeer staat de verkeersregelaar boven de agent.’
Soms is ook de politie opstandig. Een keer heeft een motoragent het stopteken van Nathan genegeerd. ‘Dat heeft hij geweten,’ zegt de verkeersregelaar, ‘want hij reed regelrecht af op een wegdeel waar net beton in was gestort.’
Wat hij toen heeft gedaan?
‘Gelachen,’ antwoordt Nathan. ‘Althans, heel even. Daarna heb ik de agent geholpen.’ Zijn motor moest uit het beton worden getakeld en het wegdeel daarna opnieuw gestort. ‘We staan er niet voor niks.’
Soms is er paniek, omdat mensen naar een uitvaart moeten of naar een familielid dat in het ziekenhuis ligt. Dan opent Nathan Geerards zijn armen en legt hij uit hoe iemand moet rijden. De verkeersregelaar haakt soms ook de armen van zijn magische jas in die van een ander. Iemand die moeilijk ter been is of slechtziend. ‘We helpen je naar de overkant,’ zegt Nathan, ‘en we willen dat iedereen veilig thuiskomt.’