Insect
Nooit zag ik wreedheden.
Als kind speelde ik in de ruïnes.
Intact de kogelgaten in het wasgoed aan de lijn, relieken.
Moederlijke handen die ogen bedekken.
Alle weeskinderen groeien op als lijfwachten van wie zich over hen ontfermt.
Sultan, wijze, tiran.
De beschermengelen deserteren. Hun gegons
sterft weg in de verte.
*
Gezang van lang geleden
Wie steekt een brand in brand? De stelligste activist van allen?
De luis in de pels van het kritisch dier?
Wie wast het water schoon? Weet: Alaska
is een koud koud oord.
Het werd al eens gezongen.
Wie raapt de doden op? Wie zet de protestmars in gang?
Zonder statusbijbedoeling
Ik moest wennen aan de werkelijkheid
toen ik het museum achter mij liet. Ik stierf
rustig. Ik wil welzijn
voor mijn vrouw en zoon
Zij schrijven mijn boek.
(Naar aanleiding van de dood van Charles Simic)
*
Kijk wat je me hebt laten doen
Bewaar uit voorzorg een paar slokken
gif voor een later ogenblik,
kies
de kleinste veldslag en koester
hem, broed hem uit met bovenmenselijk geduld,
vergeet
niets.
Maar kondig evenmin iets aan. Laat
het gisten.
Laat de ander twijfelen, zich in stilte
verbazen over je onaangedaan
gezicht.
Houd de schrijftafel opgeruimd en schoon en
haal op een argeloze dag het wapen tevoorschijn.
Speel gedachteloos met de veiligheidspal,
welniet, welniet,
berg het weer op maar weet het te liggen, geladen, loyaal.