Skip to Content

Gedichten

Froukje van der Ploeg


Tracheotomie

Hoe kijk je naar een lichaam dat het misschien

niet haalt, denk je aan de wachtende uren op trams

treinen, vliegtuigen, winderige pleinen, de trage tijd

in een bed of juist de dingen die beter bleven hangen.

De ontmoeting aan een waterkant, hoe haar viel

langs een sproetig gezicht en het moment dat vingers

huid raakten, vergeet het toeval dat verkeerd viel

de percentages van een blikseminslag.

Zeg nooit dat het goed komt. Vraag

wat iemand deed die dag, vertraag een hartslag.

Open een hals voor ademhaling.

*

Harmonica

We vouwen het huis waar je geen bomen deelt

met buren uit, vouwen kasten uit, servies dwarrelt

als een vlinder naar andere huizen, banken zoeken

nieuwe vloeren om op te staan, kussens handen

om beklopt te worden, opgeschud, bestek afgewassen

in monden gestopt, muren om aan te hangen.

We kijken hoe potten aarde uit zich schudden, dieren

onrustig zoeken naar verdwenen slaapplaatsen.

Wij trekken behoedzaam onze jas van steen van ons af.

Plakken het uitzicht van elk raam in ons geheugen.

Aaien de dieren bevoelen de stenen, de warmte

aan de buitenkant aan het einde van de dag

de binnenkant kalmerend koel. Knippen munt

voor de thee in kopjes die achterblijven.

*

Belofte

Langzaam krijgen we dezelfde temperatuur

de vlaag storm buigt af en wat stug voelde

glijdt het bed uit. Zijn stem klinkt eindeloos

wakker in de slapende stad die beeft

onder de gevallen bomen, wortels tilden

bankjes op en ik denk aan de blauwe stof

om zijn huid onder een vrachtwagen

een blonde zomerdag op een eiland

het orgaan met achtduizend uiteinden

zwelt op en verdrukt mijn gedachten

neemt me over, neemt hem over en besloot

dat ik de deur opende aan de rand van de nacht

Menno zou nu een oneindig verheven zin

Hij gooit een raam open voor zuurstof en zegt

dat ik geduld moet hebben. Zijn ochtend

en mijn nacht tot de herhaling van beweging

mijn hoofd sluit en dwingt tot focus

dit moment en ik denk niet dat de dagen

vanaf nu zo zullen lopen, alleen dat deze dag

zachter begint dan de dag ervoor.

*

Magic wand

Een jongen die eilanden verplaatst

rotsen in kleine stukjes breekt, opzuigt

ergens anders weer opbouwt belooft

zijn elfenoortjes tussen mijn dijbenen

te leggen, ik vraag me af of de opnieuw

opgebouwde rots dezelfde is, de elementen

zijn niet veranderd, verkleind om te verplaatsen

hooguit, vissen ergens anders heen getrild

zou je zo ook een planeet kunnen maken

een kern spuiten van hitte, dat laten stollen

tot er een korst ontstaat en daar zee op spuiten

als slagroom duinen met toppen

De jongen ondertussen laat iets anders

trillen op mijn lichaam, op dat deel

dat me steeds vaker overneemt

laat oceanen ontstaan, warmt kernen op

tot water vanaf de wortels naar beneden daalt.