Een nieuw geluid: de echo van mijn voetstappen in geheel verlaten straten. Het vroegere gedender en gedruis kan ik al bijna niet meer herinneren; zo alomtegenwoordig als het eens was, is nu de afwezigheid van andere klanken. Dit verschil valt me maar af en toe op.
Zestig boeken staan naast elkaar op de bovenrand mijn bureau. Maanden heb ik met en in hen geleefd, vulden ze mijn bewustzijn. Ze hadden weinig concurrentie. Het was precies zoals Everhardus Johannes Potgieter schreef in de levensschets van zijn vriend Reinier Bakhuizen van den Brink: ‘[U]it die werken, zoo stil over en voor hem liggende, klonken stemmen, zoo als hij er nooit, de weinige malen dat zij elders genoodigd waren of ten hunnent vrienden zagen, hooren mogt!’
Ook wanneer buiten alles stilvalt, blijft de innerlijke stem onophoudelijk ratelen en razen, ik ga maar door met woorden neerzetten en rangschikken, blijkbaar niet geïntimideerd door alle ruggen die me aanstaren, of ontmoedigd door de tienduizenden bedrukte bladzijden die me dagelijks omringen.
Wanneer ik het lokaal in stap, kraakt het zand onder mijn voeten. De daaropvolgende stilte lijkt mijn bewegingen en waarnemingen te vertragen. Ik kijk de spelonk in, waarop herinnerde en vergeten details gedurende enkele seconden samenvallen tot een geheel – materiaal, kleur en licht worden weer een kamer, een ruimte. Even schrik ik, want ik ben niet alleen. Teun grijnst, zegt: ‘Kijk eens buiten, er is nog plek.’ Tweemaal dezelfde steeg: een dag zon, een dag wolkbreuken. Onder de luifel merk je het nauwelijks.
De binnentuin is gevuld met geroezemoes. Ik hoor mensen lachen in de regen, donkere plekken springen op een blauw linnen overhemd. Mijn horloge heb ik thuisgelaten.
’s Nachts fiets ik met een vriend uit het verre oosten naar het station. Tegenwind, slingerend, een knetterend boeket en een grote cheque. Morgen vliegt hij terug. We nemen afscheid en ik hoor de tram weer voorbij tingelen, de vluchtige kreten van schallende stemmen. Rood licht dat brandt in het avondduister. Het gonzen en suizen van de volgende zomer. Er is een ander leven mogelijk.