Een jaar geleden schreef ik in dit blad dat de Brexit niet door zou gaan. Vooralsnog lijk ik daar geen gelijk in te krijgen, alhoewel oud-premier Tony Blair en de Britse Liberalen ervoor ijveren om nog een tweede referendum te bewerkstelligen, en zelfs Nigel Farage van de Brexit-partij UKIP daar ook wel voor voelt (overigens vanuit geheel tegengestelde overwegingen). Volgens een recente enquête van The Guardian wil 47 procent van de Britten zo’n tweede referendum, tegen 34 procent die er niet van gediend is (terwijl 19 procent geen mening heeft). Volgens diezelfde enquête zou nu 51 procent van de Britten stemmen voor ‘blijven’, maar omdat de marge zo gering is (en de houding van de ‘remainers’ en de ‘Brexiteers’ duidelijk polariseert), klinkt de roep om een tweede, duidelijker referendum niet langer heel besmuikt (hoewel de Conservatieven en Labour er helemaal geen zin in hebben, omdat beide partijen tot op het bot verdeeld zijn over Europa). Dat tweede referendum zou dan liefst nog moeten plaatsvinden voordat, in maart 2019, de uiteindelijke onderhandelingsresultaten tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU eenmaal bekend zullen zijn,
Zo ver is het echter nog lang niet. Er liggen nog heel wat voetangels en klemmen op het pad naar een scheiding à l’amiable, en de ene stap vooruit, lijkt telkenmale te worden gevolgd door twee stappen achteruit in de mist waar de onmogelijke politieke verhoudingen in het Verenigd Koninkrijk botsen met de onderhandelingsmachinerie uit Brussel. Ja, er lijkt overeenstemming over het geld dat de Britse regering moet betalen na de scheiding. En ja, het lijkt er op dat Britse burgers woonachtig in de EU en EU burgers in het Verenigd Koninkrijk gewoon mogen blijven. Maar de derde voorwaarde vooraf voor een akkoord, een ‘niet-merkbare grens’ tussen Noord-Ierland (deel van het Verenigd Koninkrijk buiten de EU) en de Ierse Republiek (deel van de EU), is ‘too hot to handle’. Dat komt vooral omdat de premier van Noord-Ierland, Arlene Foster, die de schamele meerderheid van de Conservatieve Britse Prime Minister Theresa May in het Lagerhuis overeind houdt, vooralsnog geen enkel verschil in status duldt in de verhouding van haar land met Europa enerzijds en de rest van het VK anderzijds.
Inmiddels heeft de EU zich wel akkoord verklaard met het afsluiten van handelsverdragen tussen de Britten en landen die geen lid zijn van de EU. Het Britse parlement heeft na lang getob ook de wet van de aanvraag tot uittreden door de regering, ex post, goedgekeurd, maar zonder dat iemand wist wat dit precies zou betekenen. Onlangs probeerde Labourleider Jeremy Corbyn het toekomstperspectief van een ‘volledige douane-unie’ tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU te schetsen als gouden toekomst, terwijl prime minister Theresa May pal daarop pleitte voor een ‘bijna volledige douane-unie’ en stelde dat Groot-Brittannië zich ‘grotendeels’ zal blijven houden aan de Europese regelgeving.